Uitdaging
Wat zijn de basisregels om de stam van een werkwoord te bepalen?
Methode
Je bepaalt de stam van een werkwoord door van het hele werkwoord -en af te halen. Zo kan je bijvoorbeeld de stam van de volgende werkwoorden bepalen:
Werkwoord: Lachen
Stam: Lach
Werkwoord: Vinden
Stam: Vind
Werkwoord: Moeten
Stam: Moet
Als hulp kun je altijd denken aan de ik-vorm van het werkwoord. De stam van "lachen" is "lach", net zoals je zegt "ik lach". Andere voorbeelden zijn "ik vind" en "ik moet". Denk dus altijd aan hoe je het zou schrijven als je er "ik" voor plakt.
Werkwoord: Buigen
Ik-vorm: Ik buig
Stam: buig
Werkwoord: Werken
Ik-vorm: Ik werk
Stam: werk