Uitdaging
		Hoe schrijf je de verschillende vormen van de tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord?
		Methode
		Kijk maar eens naar de vervoeging van het werkwoord fietsen:
| Tegenwoordige tijd | 
| ik | fiets | 
| jij, je, hij, zij, het | fietst | 
| wij, we, jullie, zij | fietsen | 
| Verleden tijd | 
| ik, jij, hij, zij, het | fietste | 
| wij, we, jullie, zij | fietsten | 
| Voltooid deelwoord | 
| ik heb, jij hebt, wij hebben | gefietst | 
 
Hoe bepaal je de verleden tijd?
1) Maak de stam
De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord -en af te halen. Wat je overhoudt, is  de stam van het werkwoord.
2) Kijk naar de laatste letter
Je hebt nu van het hele werkwoord de stam gemaakt. Wat is de laatste letter van de stam?
3) Zit de laatste letter in kofschiptaxi?
Kijk of de laatste letter van de stam in kofschiptaxi zit. Let op: alleen de medeklinkers tellen mee!
4) Bepaal of je stam+te, stam+ten, stam+de of stam+den moet schrijven
ik werkte - wij werkten
ik fietste - wij fietsten
ik vluchtte - wij vluchtten
ik gooide - wij gooiden
ik luisterde - wij luisterden
ik antwoordde - wij antwoordden
 
Hoe bepaal je het voltooid deelwoord?
1. Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge, maar kan ook beginnen met be, ver, ont, of her aan het begin van een werkwoord.
| ge geplukt
 gevraagd
 gehuild
 gedanst
 | be bediend
 beslist
 betaald
 bereid
 | ver veranderd
 verzet
 verdiend
 verteld
 | ont ontdekt
 ontwaakt
 ontvoerd
 ontwikkeld
 | her herdenkt
 herinnerd
 hersteld
 herhaald
 | 
2. Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden.
Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een t of d bij de zwakke werkwoorden.
| Sterke werkwoorden | 
| lopen kopen
 berijden
 verdwijnen
 ontwerpen
 | gelopen gekocht
 bereden
 verdwenen
 ontworpen
 | 
|  | 
| Zwakke werkwoorden | 
| werken bedanken
 vertellen
 ontwikkelen
 herkauwen
 | gewerkt bedankt
 verteld
 ontwikkeld
 herkauwd
 | 
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd). Dus: gefietst, want in de verleden tijd is het: fietsten. Je kunt natuurlijk ook kofschiptaxi gebruiken