Uitdaging
		Hoe herken je de persoonsvorm, het onderwerp en het lijdend voorwerp in een zin?
		Methode
		Volgorde
1 - Vind de persoonsvorm (en het gezegde)
2 - Vind het onderwerp
3 - Vind het lijdend voorwerp
 
Bekijk bijvoorbeeld de volgende zin:
Zij heeft een grote hond gekregen.
1 - Heeft zij een grote hond gekregen? (vraagproef)
--> heeft = de persoonsvorm
--> heeft gekregen = het gezegde
2 - Wie heeft gekregen? (wie of wat + gezegde)
--> Zij = het onderwerp
 
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp in een zin geeft aan waar de in de zin beschreven handeling betrekking op heeft, dus wat het 'lijdende' voorwerp is. Stel jezelf de volgende vraag:
wie of wat + gezegde + onderwerp?
3 - Wat heeft zij gekregen? 
--> een grote hond = het lijdend voorwerp