Uitdaging
Oppervlakte-eenheden gebruiken we in het dagelijks leven om inzicht te krijgen in hoeveel oppervlakte iets inneemt. In de figuur zie je een balk met oppervlakte-eenheden. Van links naar rechts staan de eenheden van groot naar klein. Zo is vierkante kilometer de grootste eenheid en vierkante millimeter de kleinste eenheid. Meestal rekenen we in vierkante meters.
Methode
Het rekenen met oppervlakte-eenheden lijkt op het rekenen met lengte-eenheden, maar gaat net anders. Als we m2 naar cm2 willen omrekenen, kijken we op de balk hoeveel stapjes hier tussen zitten.
In de figuur zie je dat er twee stappen naar rechts genomen moeten worden om van m2 naar cm2 te gaan.
- Als we naar rechts gaan, betekent dit vermenigvuldigen. Elke stap is nu 100, in plaats van 10! Dit komt doordat je met het kwadraat werkt, want 102 = 10 · 10 = 100!
In dit geval doen we 2 stappen op de balk, dus vermenigvuldigen we met 100 · 100 = 10.000.
- Rekenen we de andere kant op, van bijvoorbeeld mm2 naar m2, dan nemen we 3 stappen naar links. Dit betekent delen door 100 · 100 · 100 = 1.000.000
Vierkante hectometer = hm2 noemen we hectare = ha.
Vierkante decameter = dam2 noemen we are.
1 km2 = 1.000.000 m2
1 ha = 10.000 m2
1 are = 100 m2
1 m2 = 100 dm2
1 m2 = 10.000 cm2
1 m2 = 1.000.000 mm2